Wilde plannen en grote dromen leidden tot meerdere reizen naar de zuidelijke staten van Amerika. Daar speelde ze in donkere kroegen en koffiebarretjes in Louisiana, waar ze al gauw talk of the day werd. Binnen een mum van tijd werd ze gevraagd te spelen op het lokale radiostation en stroomden de aanvragen voor nieuwe optredens binnen. Niet veel later vertrok ze naar Nashville, Tennessee, waar ze alle open mics van Music City binnen een week van haar bucketlist kon schrappen. Ze schreef liedjes met Grammy-winnende songwriters, struinde urenlang over Music Row en brak harten in het wereldberoemde Bluebird Café. Geïnspireerd door alle pure country en americana die ze had gehoord keerde ze terug naar Europa, waar ze speelde in voorprogramma’s van The Wood Brothers, Langhorne Slim en Macy Gray, en door Engeland toerde met bluesgitarist Matt Phillips.
Je kunt begrijpen dat de jongedame met haar muziek, die bij iedereen zonder ook maar een greintje gevoel keihard binnenkomt, inmiddels een iets andere weg is ingeslagen. De piano staat al een tijdje stof te happen en gewapend met gitaar zet ze een andere sound neer dan voorheen. Ze ontmoette, beleefde, nam de tijd om te groeien; en dat is te horen. Met haar nieuwe liedjes deelt ze hersenspinsels op een houten veranda in East Nashville, laat ze je proeven van met suiker bestoven beignets in New Orleans en bezingt ze dagelijkse strubbelingen met een stem waar je kippenvel van krijgt.
De singer-songwriter brak in 2018 door met het in Amerika opgenomen coming-of-age album ‘Morning Sun’, een wonderschone mix van eigenwijze indiefolk, vernuftig gitaarwerk en een ontwapenende stem, die niet alleen in Nederland goed in de smaak bleek te vallen. Vorig jaar debuteerde ze op SXSW in Austin, ze toerde Europa rond met Susto (US) en in september stond ze als eerste Nederlander ooit op AmericanaFest in Nashville, het grootste showcasefestival in het genre.
Afgelopen najaar zag ook EP ‘Morning After’, het rauwere broertje van ‘Morning Sun’, het licht. Dit voorjaar verschijnt het laatste deel van de trilogie, op cassette: ‘Morning Tapes’. Lo-fi slaapkameropnames van de favoriete liedjes van beide albums, stuk voor stuk in één take opgenomen. Puurder dan dit ga je het niet krijgen.
“This young girl sang some songs that made my heart drum. If she was anywhere around me, I’d go see her ev’ry night.” – Seasick Steve
Na de coronacrisis die in maart 2020 de wereld op slot gooide belanden Judy in een mentale breakdown. Niets leek meer de moeite waard toen haar optimisme wegsmolt en plaats maakte voor de beginselen van een burnout. De levenslust was ver te zoeken en het ontbreken van perspectief kleurde elke dag grijs. Na de eerste roerige periode ontstonden er weer flarden van liedjes. Zinnen en ideetjes flitsten langs wanneer ze duizelig achter haar piano zat, zich niet groot probeerde te houden en toegaf: ‘’Ik ben niet oké.’’ Het bleek gratis therapie.
Langzaam aan verzamelde ze een stapel nieuwe liedjes met donkere thema’s: mentale druk, anxiety, FOMO. Ze produceerde zichzelf, onder toeziend oog van producer Roy van Rosendaal (Figgie, Le Motat, Nonchelange) in zijn studio, die ironisch genoeg in een voormalige GGZ-instelling is gevestigd. Ondanks de beladen thema’s klinken de glimmende folkdeuntjes niet zwaar, maar speels, licht en dromerig. Herkenbare sores wordt bezongen met een flinke dosis zelfspot.